Atheïstische Beweging

05_Heraclitus

Heraclitus

Heraclitus

Heraclitus behoorde tot de gegoede, zo niet aristocratische burgerij van Efeze, waarvan gelukkig veel bewaard is gebleven en wat je dus nu nog kunt bewonderen. Als je wilt, kun je nu nog door de zelfde straten wandelen als eens Heraclitus deed. Hij leefde ongeveer 500 voor christus. Ook hij, in navolging van de milesische school, ontwikkelde een natuurfilosofie, die wel afweek van zijn voorgangers, maar wel strikt seculier bleef:
Het oerelement, waar alles uit voortkwam en alles uiteindelijk weer in verdween, was volgens hem het vuur. Wij weten nu van Einstein, dat alles in het heelal uit een combinatie van massa en energie bestaat. Die massa en energie kunnen in elkaar overgaan, maar ze kunnen nooit verloren gaan, vanwege de wet van behoud van massa en energie (de eerste wet van de thermodynamica). Einstein generaliseerde dit in z’n Algemene Relativiteit theorie door te stellen, dat alles eigenlijk energie is. En dat massa dus uiteindelijk ook een vorm van energie is. Terug naar Heraclitus: Als je er van uit gaat, dat vuur een vorm van energie is, wat volkomen reëel is, dan had de eerbiedwaardige Griek eigenlijk best wel gelijk, toen hij stelde, dat alles uit vuur kwam. Hij kon natuurlijk niet bevroeden, dat er heel veel energie equivalent was aan heel weinig massa, volgens het wiskundig verband E=MC2, dat we van Einstein hebben. Maar hij voelde wel al aan, dat alles een vorm van energie was. Heraclitus voorvoelde het 2500 jaar geleden. Einstein rekende het uit !
Verder geloofde hij, dat alles voortdurend in wording was. “Niets is; alles is aan het worden”. Hij vergeleek de werkelijkheid met een stromende rivier: Plato citeert hem in z’n Theaetetos:

“….Men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen, want het is steeds weer vers water, dat u tegemoet stroomt….”

Ook is Heraclitus belangrijk vanwege zijn “leer van de eenheid van tegendelen”. Deze leer doet nog het meest denken aan het Yin-Yeng principe en aan de filosofie van Hegel met z’n: these, antithese en vervolgens synthese. Alle dingen bestonden in een spanningsveld van een tegenstelling: warm en koud; mooi en lelijk; omhoog en omlaag; oorlog en vrede enzovoorts. Vier citaten in dit verband van Heraclitus zelf:

“….Zij weten niet hoe dat, wat verschilt, met zichzelf overeenkomt. Dit is een harmonie van tegengestelde spanning, zoals bij de boog of bij de lier….”

“….Wat is samengevoegd is heel en niet heel; komt overeen en verschilt; is eenstemmig en in disharmonie. Het ene komt voort uit alle dingen; en alle dingen uit het ene….”

“….In principe zij alle dingen mooi, goed en juist. Maar het zijn de mensen, die bepaalde dingen voor juist en onjuist houden….”

“….Het is het tegengestelde, dat goed is voor ons….”

Zijn houding tegenover godsdienst in het algemeen en de in zijn tijd heersende Dionysos-cultus in het bijzonder was hoofdzakelijk vijandig, getuige het volgende zestal uitspraken:

“….De mysteriën, die onder de mensen in zwang zijn ,zijn onheilige mysteriën….”

“….Nachtlopers, tovenaars, Bacchus-priesters en priesteressen van het wijnvat:
Handelaren in mysteriën !….”

“….En zij bidden tot deze afbeeldingen als tot het huis van een mens, zonder te weten, wat goden of helden zijn….”

“….Zij trachten tevergeefs zich te reinigen door zich te besmeuren met bloed; net als iemand, die in de modder heeft gestapt en nu zijn voeten wil reinigen met modder.
Ieder, die hem dit zag doen, zou hem voor gek verklaren….”

“….Deze wereld, die dezelfde is voor allen, is door geen van de goden of mensen gemaakt. Zij was altijd, is nu en zal altijd zijn: Een eeuwig levend vuur, dat al naar gelang het zijn maat is, opflakkert en al naar gelang het zijn maat is, uitdooft….”

“….Want als zij niet voor Dionysos een processie hielden en een lied zongen, opgedragen aan de schaamdelen, dan zouden die handelingen wel zeer schaamteloos zijn….”

Echt vriendelijk of vrolijk lijkt Heraclitus niet te zijn geweest. Over de Efeziërs, zijn stadsgenoten, had hij het volgende te melden:

“….De Efeziërs zouden er goed aan doen, iedere volwassene op te hangen en de stad over te laten aan baardloze knapen. Want zij hebben Hermodoros, de beste onder hen, uitgestoten met de woorden: Wij willen geen uitblinkers in ons midden; en als ze er toch zijn, laten ze dan maar vertrekken….”

Kennelijk was hij niet onder de indruk van het werk van Homerus:

“….Homerus moest van alle lijsten geschrapt worden en gegeseld….”

En ook Pythagoras moest het weer ontgelden:

“….Pythagoras maakt aanspraak op een wijsheid, die in werkelijkheid niet meer is dan betweterij en gekunsteldheid….”

Geef een reactie