Atheïstische Beweging

17_Boetius

Boetius

Boetius

Iemand als Boetius, die bijna bekend staat als kerkvader, zou je niet verwachten in een gallerij van atheïstische denkers. Toch is er reden, om deze vroeg-Middeleeuwse denker te noemen. Hij leefde in de zesde eeuw in Rome en behoorde bij een van de laatste aristocratische generaties, die nog klassiek-Romeins werden opgevoed in plaats van uitsluitend christelijk. Boetius had hierdoor een gedegen kennis van het Grieks en hield zich bezig met het vertalen van onder meer Plato en Aristoteles in het Latijn. Hij is min of meer te beschouwen als een overgangsfiguur tussen de Oudheid en de Middeleeuwen.
Waarom wordt hij hier genoemd ? Allereerst vanwege een bekende uitspraak:

“….Persona est rationalis naturae individua substantia….”

Waarmee hij bedoelde, dat ieder mens een opzichzelf staand individueel wezen was, dat van rede begiftigd was en niet in de eerste plaats aan de groep toebehoorde. Een stuk individualisme in de klassiek Grieks-Romeinse zin en duidelijk in tegenstelling tot het overheersende collectivisme van de kerk. Dit maakte Boetius verdacht in de ogen van het toen heersende katholieke establishment. Daar kwam nog een politiek geschil bij met het Byzantijnse rijk, waarin Boetius werd beschuldigd van samenzwering met de vijand. Hij werd opgesloten en terechtgesteld.
Er is echter nog een reden om Boetius hier te vermelden: De “Consolatio”, die hij schreef in gevangenschap, wachtende op zijn terechtstelling en dus in het aangezicht van de dood, is in geen enkel opzicht christelijk, maar volkomen Platonisch. We mogen hieruit concluderen, dat Boetius weliswaar officieel christelijk was, maar dat een niet-christelijke filosofie, namelijk het “heidense” Platonisme, een veel sterkere invloed op hem had dan de toen heersende christelijke theologie (Russell). Zo begint hij in zijn “Consolatio” met te stellen, dat Sokrates, Plato en Aristoteles de ware denkers zijn. Hij noemt bijvoorbeeld jezus niet. Paulus evenmin. Dan bespreekt hij de verschillende denkstelsels: het stoïcisme, het epicurisme, het cynisme, het scepticisme en verklaart al deze filosofiën tot onzin, die ten onrechte door de massa voor wijsheden worden gehouden. Het christendom noemt hij niet eens. Verder verklaart hij, dat zijn hoogste gebod gehoorzaamheid is aan Pythagoras (!) en niet aan bijvoorbeeld de tien geboden. De “Consolatio”, die hij schreef in zijn laatste dagen, is nauwelijks een christelijk boek te noemen. Op een gegeven moment gaat Boetius zelfs over op een vorm van polytheïsme, die in christelijke ogen onaanvaardbaar moet zijn geweest:

“….Zij, die goddelijkheid verwerven, worden goden. Daarom is iedereen, die gelukkig is, een god….”

Geef een reactie