Atheïstische Beweging

24_Descartes

Descartes

Descartes

Het geestelijk klimaat van de Moderne tijd was zeer verschillend van dat van de Middeleeuwen. Dat verschil is uit twee dingen te verklaren: Het afnemende gezag van het geloof; op bijna ieder denkbaar gebied. En de toenemende invloed van de wetenschap op bijna ieder gebied. Een goede vraag zou zijn: Nam de wetenschap toe door de afname van het geloof, of was het andersom? Of gewoon de kip en het ei ?
Opgemerkt moet worden, dat het geestelijk gezag van de hervormde predikanten kleiner was dan dat van de oude katholieke priesterklasse. De Reformatie leidde namelijk tot nationale kerken, die natuurlijk verdeeld waren en daardoor minder gezag hadden dan de katholieke kerk, die internationaal was. Dit leidde tot meer vrijheid van denken, waarin vooral ons land, de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën, een naam waar we toen nog trots op waren, een voorttrekkersrol speelde.

De natuurwetenschappen namen in deze periode enorme stappen vooruit en brachten grote denkers voort: Copernicus, Kepler, Leeuwenhoek, Gallileo, Newton, Leibniz, Descartes en vele anderen. De wereld leerde een stroom nieuwe instrumenten kennen: telescopen, microscopen, thermometers, barometers, luchtpompen, en klokken werden aanzienlijk verbeterd (door Galileo). Grote wetenschappelijke vorderingen werden er gemaakt op het gebied van sterrenkunde, wiskunde en natuurkunde, in het bijzonder mechanica. De bloedsomloop werd ontdekt en men leerde micro-organismen kennen. Het resultaat was dat er een totaal andere manier was gekomen, waarop de mensen tegen de werkelijkheid en zichzelf aankeken. Je zou kunnen stellen: In 1600 was men nog in de ban van religie, magie en hekserij; kortom nog middeleeuws. In 1700 was iedereen modern: rationeel en wetenschappelijk. De geboorte van de nieuwe tijd ging dus gepaard met een flinke dosis secularisatie.

René Descartes leefde van 1596 tot 1650. Twintig jaar daarvan bracht hij door in de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën, zoals ons land toen nog heette. We waren toen een republiek en we waren er nog trots op ook! Descartes koos niet voor niets voor Nederland. Hij kwam oorspronkelijk uit Frankrijk, waar hij wat geld erfde. Hij vertrok naar de Republiek, omdat hier de grootste vrijheid van denken van Europa bestond. In Nederland ging men het verst op dit gebied. Alleen al het feit, dat we een republiek waren in een tijd, dat alle landen nog koninkrijken waren, ging al ver. Laat staan één, die nog openlijk protestant was ook. Hobbes kon alleen hier zijn boeken laten drukken. Locke moest er zijn toevlucht nemen. Bayle moest er gaan wonen en ook Spinoza durfde nergens anders te schrijven. Ons land, de Republiek, was een vrijhaven in Europa voor mensen, die een mening hadden, vooral op godsdienstig gebied, die afweek van het establishment. Alleen in de Republiek kon je destijds vinden wat je wou, maar ook zeggen en schrijven wat je wou. Zoals zoveel mensen die op vrijheid waren gesteld, nam ook Descartes de wijk naar de Republiek.
Hij moet als een van de grootste denkers aller tijden beschouwd worden, omdat hij de grondlegger was van de moderne filosofie, die gebaseerd zou zijn op natuurwetten in plaats van godsdienstige principes. Iets wat overigens diverse oude Grieken variërende van Thales tot en met Demokritos al hadden gesuggereerd.

Descartes was filosoof, wiskundige en natuurkundige. Vooral op het gebied van wiskunde heeft hij schitterende prestaties geleverd: de zogenaamde analytische wiskunde is door hem uitgevonden. Hij paste algebra toe op meetkunde. En ook het coördinatenstelsel: een verticale Y-as en een horizontale X-as, zodat je ieder punt in de grafiek met twee getallen kunt bepalen en een ‘kromme’ die een complex getal voorstelt, zijn door Descartes bedacht.
Op het gebied van natuurkunde werd hij echter overschaduwd door Newton.
Ook was hij soldaat. In 1617 nam hij dienst in het Nederlandse leger, maar er was sprake van een bestand, zodat Descartes niets hoefde te doen en zich helemaal aan de filosofie kon wijden. Maar toen in Duitsland de dertigjarige oorlog uitbrak in 1617, nam hij dienst in het Beierse leger, omdat hij vastbesloten was aan gevechtshandelingen deel te nemen. In 1628 vocht hij mee met de beleggers van La Rochelle. Later zou hij in een van zijn belangrijkste werken: ‘Discours de la Methode’ schrijven, dat zijn belangrijkste rede om aan de strijd deel te nemen was, dat je in zo’n situatie de mensen het best leert kennen. Zijn andere grote werk ‘Meditationes’ schreef hij in 1642.
Descartes was vrij lui. Hij stond zelden voor de middag op. Hij werkte nooit langer dan een paar uur per dag. Hij las weinig (!); toen hij in Holland aankwam, had hij nauwelijks boeken bij zich. En als z’n vrienden hem kwamen bezoeken, lag hij meestal nog in bed, want hij had het meestal koud.
Het bekendste principe van hem, waar hij een compleet nieuw filosofisch stelsel op bouwde is het zogenaamde ‘Cogito’, dat eigenlijk ook een kennistheorie is, zoals de Allegorie van de Grot, de Ideëenleer en de Kwantumtheorie. (Zie Socrates/Plato en elders op de site)

Descartes beweerde, dat je aan alles kon twijfelen, behalve aan het verschijnsel, dàt je twijfelde. Je kon alle mensen tot zinsbegoocheling verklaren, je kon de hele wereld met alle oceanen en alle landen tot een droom verklaren, maar dat jìj dan degene was, die alles betwijfelde, kon je níet aan twijfelen:

“….Ik denk, dus ik ben….”.

“….Cogito ergo sum….”

Hij bedacht dit trouwens, toen hij in Beieren in een kachel zat, omdat hij het weer koud had. Zijn geest werkte het beste, als hij het warm had. Zelf beweerde hij, dat hij de helft van zijn filosofie in die kachel had uitgewerkt.
Overigens bouwde hij hiermee verder op iets, wat Augustinus al eens terloops had opgemerkt, toen hij stelde, dat hij de tijd helemaal niet mat, maar iets in zijn innerlijk, wat gefixeerd zou blijven.

In zijn ‘Principia Philosophiae’, betoogt Descartes een mechanisch, volkomen deterministisch, wereldbeeld, waarin de lichamen van mensen en dieren een soort automaten zijn. En als we maar genoeg wisten, zouden de scheikunde en de biologie te herleiden zijn tot (voorspelbare!) mechanica. Zelfs het proces, waardoor een plant of een dier zich uit een zaadje ontwikkelt, zou zuiver mechanisch zijn! Het hele heelal zou verklaard moeten worden uit puur wiskundige mechanica. Newton stelde echter, dat god nodig was om de zwaartekracht te verklaren.
Maar mensen hadden wel een ziel, die volkomen los stond van het lichaam. Het zogenaamde dualisme tussen lichaam en geest. De totale energie in het heelal was constant en de menselijke ziel kon alleen maar de richting van de energie beïnvloeden.
Overigens betoont Descartes zich een echte Platonist en trouw aan de Ideëenleer (zie: Socrates/Plato). Zo beweerde hij:

“….De meest gebruikelijke dwaling is de veronderstelling, dat je ideeën overeenkomen met de dingen buiten je….”

Ook de volgende uitspraken zijn goede voorbeelden van hoe hij dacht:

“….Ik begrijp enkel en alleen door middel van het oordeelsvermogen, dat in mijn ziel zetelt en wat ik met mijn ogen meen te zien….daarom zijn alle dingen, die ik onmiskenbaar en helder begrijp, waar….”

“….Alle problemen die je tegenkomt, moet je in zoveel stukjes knippen, als nodig is om ze op te lossen….”

Voor de theologische censuur moest hij, ondanks het feit dat hij in Holland leefde, goed uitkijken en daarom drukte hij zich vaak voorzichtig uit. Ooit zei hij:

“….Wij weten, dat de wereld is geschapen, zoals dat in Genesis wordt verteld, maar het loont de moeite, om na te gaan, hoe zij langs natuurlijke weg zou kùnnen zijn ontstaan….”

De uitgever van de Engelse editie van zijn ‘Principia’ gaf de voorkeur aan Newton’s fysische ideeën boven die van Descartes. Omdat Descartes’ natuurkunde tot atheïsme leidde, terwijl Newton’s natuurkunde de zwaartekracht ‘netjes’ toeschreef aan god. Descartes, aldus de Britse uitgever, schreef hem toe aan de natuurwetten!
Hij was nogal schuchter en gesloten over godsdienst. Wel was hij belijdend katholiek, maar toch ook weer aanhanger van de ketterij van Galileo. Naar aanleiding van diens arrestatie besloot hij een van zijn werken niet te publiceren, omdat het twee ketterijen bevatte: de aarde draaide om haar as, in navolging van Galileo, en het heelal is oneindig, in navolging van Bruno en oude grieken als Anaximander en Anaxagoras.
Hij probeerde de kerk ertoe over te halen, om wat minder vijandig te staan tegenover wetenschap. Aangevallen werd hij door zowel de protestanten als de katholieken. Beide zijden beweerden, dat zijn denkbeelden tot atheïsme leidden. De prins van Oranje moest zelfs zijn best doen, om vervolging van Descartes te voorkomen. En de Leidse universiteit verbood op een gegeven moment, de naam ‘Descartes’ te noemen. De prins moest weer ingrijpen, hetgeen op een voor die tijd degelijke scheiding van kerk en staat duidt.

In 1649 stuurde hij een verhandeling over de liefde en de hartstocht aan koningin Christina van Zweden, die hem onmiddellijk naar haar hof ontbood. Zij wenste dagelijks onderwezen te worden door hem. Maar zij kon alleen ’s ochtends om vijf uur, als het ook nog ijskoud was. Descartes werd ziek en overleed in 1650.

Geef een reactie