Atheïstische Beweging

37_Russel

Russel

Russell

Russell leefde in Engeland van 1872 tot 1970 en was zeer veelzijdig. Hij was filosoof, historicus, logicus en wiskundige. Uit zijn belangrijkste werk wordt op deze site een aantal malen geciteerd: Geschiedenis der Westerse Filosofie. Onder andere door middel van dit boek werkte Russell mee aan de popularisering van de filosofie. Ook was hij op politiek gebied actief: hij was een voorvechter voor sociale vernieuwing, protesteerde tegen de Eerste Wereldoorlog en tegen de Viëtnam oorlog. Hij bracht tal van pamfletten, artikelen en boeken uit en kreeg in 1950 de Nobelprijs voor literatuur.
Russell noemde zichzelf agnost, hoewel hij in feite atheïst was en waarschijnlijk niet eens een relatieve. Hij zei, dat hij níet in de christelijke god geloofde op dezelfde manier, als waarop je níet in de oude Griekse goden geloofde.

Geheel in de lijn van de oude Griekse denkers en van Spinoza, Bayle, d’Holbach, Feuerbach en Freud stelt ook Russell het primaat van de rede boven dat van de religie (zie: betr. denkers). In zijn Waarom ik geen christen ben betoogt Russell, dat er uit filosofisch oogpunt geen enkele reden is om aan te nemen dat er een god bestaat, die dan de ‘schepper’ zou zijn of de ‘eerste beweger’. Want het stond helemaal niet vast, dat er ooit niets was. Misschien was alles er altijd al geweest. Misschien had de tijd helemaal geen begin, zoals een cirkel geen begin heeft. (Zie: Atheïsme, Kennis en de Kwantumtheorie).
Religie, gaat Russell verder, doet in het algemeen meer kwaad dan goed. Religie boezemde de mensen onnodig angst in (zie: Epicurus, Meslier, Nietzsche, Freud ) en dat was gedurende de gehele geschiedenis de grootste hindernis geweest voor iedere vooruitgang op welk terrein dan ook.
Dus ook Russell gaat uit van een doorslaggevende rol van secularisatie op de geschiedenis van filosofie, van de cultuur, op het denken, kortom op de hele geschiedenis. Geschiedenis = secularisatie ! In dit verband merkt hij op:

“….Het valt op, dat hoe sterker een religie is en hoe fundamenteler het dogmatische geloof is, des te meer wreedheden vinden er plaats en des te meer bloed wordt er vergoten….”

Het hele concept god was trouwens ontleend aan oude bombastische oosterse despoten en onwaardig voor moderne vrijdenkende mensen. Als je zelfrespect had, verklaarde je jezelf toch niet tot zondaar ?

Twee dingen betreffende Russell moeten nog genoemd worden: De theepot en de steen. Hij vergeleek het geloof in een god met het geloof in een theepot:

“….Stel, dat ik zou beweren, dat er een theepot om de aarde draait, die zo klein is dat niemand hem kan zien, zelfs niet met de sterkste telescoop. En als ik daaraan zou toevoegen: jij kunt niet bewijzen, dat-ie niet bestaat, dus bestaat-ie. En, stel, dat ik zou zeggen: deze theepot is heilig en iedereen, die geen eer wil bewijzen aan mijn theepot, dient te worden gedood. En op zondag moeten alle winkels dicht uit respect voor de theepot. En in alle grote steden moeten er enorme bouwwerken verrijzen ter ere van mijn theepot…. En o ja, wij, theepotters behoren natuurlijk de macht te hebben…. Zou u mij niet rijp voor de psychiater verklaren…. ?”

Het aforisme van de te zware steen komt ook uit de koker van Russell:

“….Als god almachtig is, kan hij dan een steen maken, die zo zwaar is, dat hij hem zelf niet op kan tillen….?”

Geef een reactie